Lipstick

Wie mooi wil zijn moet pijn lijden, denk ik, terwijl ik enigszins ongemakkelijk in de stoel lig met mijn mond wijd open. “Lig je comfortabel”, vraagt de tandarts, en ik steek halfslachtig mijn duim op. Wat kan ik anders, praten lukt voorlopig niet. Ze legt uit dat het sessies van 10 minuten zijn en afhankelijk van mijn gevoeligheid zullen dat er twee of drie zijn. Ik steek twee vingers op en maak met mijn andere hand het ‘ongeveer’gebaar. Ik ben supergevoelig, dus eens kijken hoe lang ik het vol ga houden. Het valt gelukkig mee. Mijn boventanden houden het wel 20 minuten vol, de onderkant begint na 15 minuten stevig te zeuren en steken dus die laten we 5 minuten eerder met rust. Het is even gedoe maar het eindresultaat mag er zijn, mijn tanden zijn prachtig schoon én twee tinten lichter.

Als ik afreken, krijg ik instructies mee voor de komende week. “De eerste 3 dagen alleen eten en drinken zonder kleurstoffen. Geen koffie, geen broccoli en geen rode wijn.”, zegt ze streng terwijl ze me een lijstje in mijn handen drukt. “Witte wijn mag dus wel”, vraag ik hoopvol. Ja, dat mag wel, lacht ze. Ik knik opgelucht en denk dat wordt een eitje. Net als we weg willen gaan, steekt ze haar hoofd nog even om de hoek. “O ja Joyce, vergeet ik bijna te zeggen, en een week geen lippenstift!”

Ik verstijf en mijn dochter, die voor de gezelligheid mee is, begint keihard te lachen. “Mam, jij zonder lippenstift, dat wordt nog wat!”. Ze heeft gelijk, Joyce zonder lippenstift is zoiets als Sinterklaas zonder baard of de Hema zonder rookworst. Ik draag ALTIJD lippenstift! En bij voorkeur felle kleuren. Dat wordt inderdaad nog wat.

De volgende dag hou ik me netjes aan de voorschriften. Geen koffie blijkt lastig maar geen super straf. Maar na die dagelijkse kop koffie heb ik blijkbaar een van mijn lippenstiftmomentjes. Getver, ik mag geen lippenstift op, denk ik terwijl ik al klaarsta met mijn gereedschap; lippenstift, lippenpotlood en penseel. Want als ik lippenstift opdoe, doe ik het goed.

Als ik even later naar het toilet ga, kijk ik in de spiegel. Wat saai! Zal ik? Nee, de tandarts was duidelijk … no ‘pintalabios’ oftewel geen lippenstift. Hmmm, hier word ik niet blij van. Dat wordt een lange week.

Als we later die dag buiten de deur vergaderen met een collega ondernemer en ik heet water bestel in plaats van thee of koffie, leg ik uit waarom. Na afloop van ons gesprek kijkt ze me nog eens goed aan en zegt “het is inderdaad raar zo zonder lippenstift”. Waarvan acte. Ik ben nu officieel niet blij.

Als ik er goed over nadenk, kom ik tot de conclusie dat die lippenstift stiekem toch een soort handelsmerk is geworden. En als ik een keer een mindere dag heb dan is daar altijd nog een mijn lippenstiften om mijn mond en daarmee mijn dag een beetje op te fleuren. Ik ben er aan gehecht geraakt. Of misschien gewoon verslaafd? Ik zou het nog mee nemen op een tripje naar de woestijn. Ik wil maar zeggen.

Wat als ik zou moeten kiezen: nooit meer chocola of nooit meer lippenstift? Wat zou het antwoord dan zijn? Ik denk dat ik het wel weet eerlijk gezegd.

Gelukkig is het bijna Sinterklaas en kan ik weer een mooie nieuwe kleur kado vragen aan die man met die baard. Misschien dit keer eentje van de winkel van die rookworst.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven