Wachten op de taxi. Ik zit aan het ontbijt bij onze buren waar we ook hebben gelogeerd. Ik kijk naar buiten mijn vertrouwde straat in en heb gemengde gevoelens. We hebben er toch zo’n jaar of 7 gewoond en behoorlijk wat meegemaakt. Na het ontbijt halen we de kinderen op bij hun vriendjes en dan gebeurt waar ik al die tijd bang voor ben geweest en wat ik heel graag had willen voorkomen. Zo’n beetje de hele straat is uitgelopen om ons gedag te zeggen. Wat ben ik blij als mijn vriendin – onze taxichauffeur die dag – arriveert. Lieve woorden worden uitgewisseld, tranen vloeien en dan is het tijd voor vertrek.
Ik zit op de achterbank met mijn dochter tegen me aangeklemd. Ze huilt de hele weg naar Schiphol, ik streel haar hoofd en probeer de brok in mijn keel weg te slikken. Mijn vriendin kijkt me bemoedigend aan via de achteruitkijkspiegel. Zij die normaal lekker druk kletst, zwijgt en voelt feilloos aan wat wij als gezin nodig hebben op dat moment.
Aangekomen op Schiphol, staat mijn andere vriendin ons op te wachten om ons verder te helpen. We praten kort en zijn maar met één ding bezig, zo snel en rustig mogelijk door de beveiliging komen. Nog een hele tour met 2 katten en 2 zenuwachtige kids. We knuffelen en spreken af elkaar snel weer te zien ‘aan de andere kant’. En daar gaan we.
Het lijkt wel een scene uit ‘Ik vertrek’ en wat ben ik blij dat we ons niet hebben opgegeven voor dit programma. Het idee op zo’n kwetsbaar moment omringd te zijn door camera’s, ter lering en vermaak van anderen, voelt afschuwelijk. Wij hebben genoeg aan onszelf.
Bij de beveiliging wordt me gevraagd of ik de katten uit hun kooitje wil halen. We hebben ze er net met veel pijn en moeite in gekregen en ik zie al voor me dat er één heel Schiphol over speert. Ik weiger. Dan maar met kooi en al door de scan, het is niet anders. Pfew, de eerste horde is genomen. Aangekomen in het vliegtuig lopen we tegen de volgende uitdaging aan. Het blijkt dat de katten in verkeerde kooitjes zitten en dus eigenlijk in het vrachtruim moeten. Ik kijk de stewardess smekend aan en leg haar onze situatie uit. Ze bezwijkt en als er een extra stoel vrijkomt, zorgt ze zelfs dat we daar gebruik van mogen maken. Dat was horde nummer 2.
Aangekomen in Spanje verloopt alles soepel en komen we als snel in onze huurauto aan bij ons nieuwe huis. We worden warm welkom geheten met paëlla en daarna al snel met rust gelaten. Tijd om te landen. Ik breng de kinderen al vrij snel naar bed, al kun je twee geleende zonnebedjes weinig bed noemen. De kids zijn moe en vallen al snel in slaap. Een week van geregel volgt. We halen onze Spaanse auto op, gaan naar de notaris voor de overdracht van ons huis en schrijven de kids in op school. De verhuizer komt onze spullen brengen en dan is het officieel; we wonen in Spanje!!
Vandaag wonen we er alweer 10 jaar en dat moet gevierd worden! Wat is er veel gebeurd in die tijd. De Nederlandse katten zijn er sinds vorig jaar helaas niet meer. Daarvoor in de plaats hebben we een paar katten gehad en hebben we nu nog 3 honden. De kinderen zijn zo’n beetje in lengte verdubbeld, volop geïntegreerd, hebben veel vrienden, spreken vloeiend Spaans, studeren en hebben bijbaantjes. Mijn man en ik hebben na wat omwegen een bloeiend bedrijf in stagebemiddeling en studiekeuzecoaching opgebouwd. Elk jaar gaan we uit eten om te vieren we dat we weer een jaar in Spanje wonen. Dit keer doen we dat met zijn vijven, want onze zoon heeft namelijk sinds een half jaar verkering. Bestaat er inmiddels ook een programma ‘Ik blijf’? Dit keer zijn de camera’s namelijk van harte uitgenodigd!