Wachten

“Mam, er mag telkens een groep van 25 mensen gedurende 15 minuten naar binnen.” Ik kijk mijn dochter aan en begin te rekenen. We willen ‘el Pórtico de la Gloria’, onderdeel van de kathedraal in Santiago de Compostela zien en zijn helaas niet als enige op dat idee gekomen. “Dat betekent dat we zo’n beetje 3 uur moeten wachten”, zeg ik droog. Man en dochter kijken me aan. “Dat is best lang, maar wie weet valt het mee?” Gaan we ervoor? Ik knik instemmend, we zijn er nu toch, denk ik.

Zo’n 2 uur later denk ik er iets anders over. Mijn rug begint zeer te doen, ik heb het voor het eerst in de vakantie koud. De zon komt langzaam over de kerk, maar hoe verder wij richting ingang komen, hoe verder we van de zon vandaan raken. Ik begin stiekem ook best trek te krijgen. Ik voel weerstand. Wat doe ik hier in deze rij, het schiet voor geen meter op. Ik stap, met toestemming van man en dochter, even uit de rij, om wat te eten en drinken te halen. Ik stap de eerste de beste bodega in, bestel het eerste het beste dat ik zie en maak gelijk van de gelegenheid gebruik om het toilet te bezoeken. De verleiding is groot om het eten af te leveren en de handdoek in de ring te gooien, maar dat voelt als verraad. Aan wie, ik heb geen flauw idee. Voordat ik het weet ben ik weer netjes ingevoegd in de rij. Ik krijg in ieder geval 2 blije gezichten als ik mijn zojuist, uiteraard veel te dure, lekkernijen uitdeel.

Hoe langer het wachten duurt, hoe meer mijn stemming op en neer gaat. Van ‘we houden de moed erin’, naar ‘f*ck it ik geef op’, naar de slappe lach krijgen om de stomste dingen. Gelukkig wint mijn melige bui en die werkt aanstekelijk en zodoende doet de rest van het gezin lekker mee. We filosoferen over wat we straks zullen gaan zien. Misschien is het wel een grote grap en worden we enorm voor de gek gehouden. Zitten er achter de raampjes allerlei mensen naar ons te kijken en lachen ze ons uit. Misschien zijn wij wel de toeristische attractie! Of misschien is er boven wel helemaal niks te zien, of … We bedenken van alles en houden hierdoor de moed erin.

Dan zijn we eindelijk aan de beurt. Tenminste dat denken we… want op dat moment heft de bewaker zijn arm. Dat waren er precies 25. Shoot, nóg een kwartier wachten. Ik ga verslagen op de grond zitten en overweeg serieus om alsnog uit te stappen. Mijn rug doet inmiddels echt veel pijn. Maar opgeven zo vlak voor de finish? Nee, dat is laf. En eerlijk gezegd wil ik niet achteraf horen hoe bijzonder het wel niet was. Want dat krijg ik natuurlijk nog 2 dagen te horen. Ik zet door en we tellen de minuten af.

En dat is het echt zover. Na 5 uur en 15 minuten wachten mogen we naar binnen! Maar eerst krijgen we uitleg over de spelregels. We mogen geen foto’s maken, niets aanraken en vooral nergens tegen aanleunen. Ik heb met dat laatste de meeste moeite. Mijn rug hurts like hell. Maar goed, alles voor het goede doel.

De poort zwaait open en we zien prachtige 900 jaar oude beelden. Werkelijk prachtig. En… we staan oog in oog met een groep andere toeristen. Zij hebben gekozen voor de korte en 100 keer snellere rij. Hierdoor staan zij aan de andere kant van het moois dat wij op dat moment zien. Ik geniet van de prachtige taferelen en de nieuwsgierige blikken op de gezichten ‘aan de andere kant’ zijn stiekem de kers op de taart.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven